Bezoek aan het Bronstijdhuis Hahnenknoop (NW-Duitsland)

Bezoek aan Bronstijdhuis Hahnenknoop (NW-Duitsland)

door Annemieke van Roekel, 12 mei 2025

In april 2025 bezocht ik met een groep archeologie-geïnteresseerden het Bronstijdhuis Hahnenknoop, ten noordwesten van Bremen. We waren op weg naar meer archeologische highlights in Sleeswijk-Holstein, maar maakten onze eerste stop bij dit Bronzezeithaus. Vanaf 1971 werden op deze locatie drie boerenerven uit de Late Bronstijd blootgelegd. Twee boerenerven gingen verloren; het derde werd onder twee meter kwelderklei gelokaliseerd en blootgelegd door het Nedersaksisch Instituut voor Historisch Kustonderzoek.

Langs de Duitse Noordzeekust is tot op heden nog geen oudere nederzetting uit de Late Bronstijd gevonden. Deze 3000 jaar oude nederzetting, uit het jaar 900 v.Chr., lag aan de voet van een oeverwal aan de rivier de Wezer. Het huis was vooral gebouwd met elzenhout, met riet als dakbedekking en een ophoging van de vloer met graszoden. Smeltkroezen en gietmallen uit klei wijzen op een werkplaats van een bronssmid.

Op basis van vondsten van botten en planten concludeerden archeologen dat de bewoners vooral van veeteelt en akkerbouw geleefd moeten hebben. Het voornaamste vee waren runderen; de cultuurgewassen die men vooral verbouwde waren granen (o.a. gerst, emmer en eenkoorn, zie verder). Daarnaast ook gierst, haver, paardenbonen, vlas en huttentut. In het wild werden verzameld: sleedoorn, braam, rozenbottel, aardbei. wilde appel, jeneverbes en hazelaar. Vis was de belangrijkste eiwitbron.

Cultuurgewassen Bronstijdhuis Hahnenknoop

Gerst (Hordeum vulgare)

Emmertarwe, emmer of tweekoren (Triticum dicoccum)

Eenkoren (Tritium monococcum)

Gierst (Panicum miliaceum)

Haver (Avena sativa)

Tuinboon (Vicia faba)

Huttentut (Camelina sativa)

Vlas (Linum usitatissimum)

Eten in de bronstijd in Nederland

In een bijzonder mooi boek, uitgegeven door Matrijs, is een hoofdstuk gewijd aan de voeding tijdens de bronstijd, waaronder de cultuurgewassen (~uit wilde planten veredelde gewassen, ofwel cultivars). Het boek: ‘Verandering van spijs. Tienduizend jaar voedselbereiding en eetgewoonten‘, gaat in hoofdstuk 3 in op de eetgewoonten in de metaaltijden in Nederland: tussen 2000-19 v.Chr.

Mensen in de metaaltijden hadden veelal een gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt. Het basisvoedsel bestond uit granen. Cultuurgewassen speelden de hoofdrol, vlees had een bescheiden rol. Op basis van gegevens uit West-Friesland (Nederland) werden ook veel wilde planten verzameld.

De belangrijkste granen waren emmertarwe en naakte gerst, later vervangen door de moeilijker te dorsen bedekte gerst (p. 78). Pluimgierst, dat al vele millennia eerder in China werd gecultiveerd, was nieuw voor de bronstijd. Vlas werd geteeld voor het oliehoudende lijnzaad en voor vezels (linnen). Groene groenten werden wild geplukt voor het gebruik van de bladeren, stengels, bloemen, vruchten, zaden en wortels.

Bronnen

-reisgids excursie Sleeswijk, 26-30 april 2025, Drents Prehistorische Vereniging (DPV);

-bezoek Bronstijdhuis Hahnenknoop op 26 april 2025;

Verandering van spijs. Tienduizend jaar voedselbereiding en eetgewoonten. Laura Kooistra (red.). AWN Nederlandse Archeologievereniging, 2021.

Verder lezen

Stichting Historische gewassen