Dynamisch paleolandschap Doggerland
door Annemieke van Roekel
Hoe de mens zich kan verdrinken in een niet (meer) bestaande wereld. Dát is ook Doggerland. We noemen het vaker gewoon “de Mammoetsteppe”, met de imposante wolharige neushoorn als westerbuur. Opgejaagd door hyena’s; de versteende drollen bewaren we als heuse schatbewaarders. Doggerland staat in de belangstelling, voor onderzoekers en publiek. Het uitgestrekte, 100.000en jaren droogliggende Noordzeegebied tussen Engeland, Denemarken en Nederland lijkt herdoopt als Doggerland. De naam komt van de Dogger(s)bank, een bijna 30 m hoge zandbank, opgestuwd door gletsjers tijdens de ijstijden. Definitief verdween het laatste restje 8000 jaar terug onder de golven, misschien als gevolg van een bij de Noorse kust ontstane tsunami. “Doggerland” is ook een concept, geïntroduceerd om ons beter te doen realiseren dat vóór onze stranden een dynamisch paleolandschap ligt, met een oppervlakte van 200.000 km2 tijdens de piek van de laatste ijstijd.
Foto rechts: Het mooi uitgevoerde tentoonstellingsboek ‘Doggerland. Verdwenen wereld in de Noordzee’, naar de gelijknamige tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden, met een compleet overzicht van het lopende onderzoek en veel credits voor de ‘toevalsvondsten’ van de verzamelaars op de Zandmotor en Maasvlakte. Foto: Sidestone Press.
De Noordzeebodem, die zich kenmerkt door goede conservering, doorliep alle stadia van klimaatverandering – en doet dat nog steeds. Bijna een miljoen jaar oude voetstappen zijn er zelfs gevonden voor de kust van het Engelse Norfolk van een rechtop lopende oermens. Momenteel worden de oude geulen van het vlechtend riviersysteem van de voorlopers van Rijn, Maas, Schelde en Theems in detail in kaart gebracht. Data van de olie-industrie zijn hiervoor niet geschikt, want deze gaan tot grotere diepte. Boorkernen tot 30 m diep laten zien dat op het Nederlandse deel van het continentaal plat maar liefst meer dan de helft van de oppervlakte van de Noordzeebodem uit geconserveerde paleolandschappen bestaat (grotendeels Midden- en Laat-Paleolithicum), zo is te zien op een ‘archeologische potentiekaart’ in het tentoonstellingsboek (afb. 2). Maar ‘Doggerland’ wordt ‘uitgestrooid’ t.b.v. zandsuppleties; dat heeft zowel nadelen als voordelen.
Foto rechts: Doggerland is 10.000 jaar geleden gekrompen tot een schiereiland. De zeespiegel stijgt met 70 cm per eeuw. Duizend jaar later is het een eiland geworden en 8500 jaar geleden is er geen landverbinding meer tussen Groot-Brittannië en het continent. © Illustratie Olav Odé e.a. voor RMO.
Langs onze kust worden hierdoor met regelmaat fossielen gevonden, opgebaggerd uit rivieroevers waar ooit de Neanderthaler bivakkeerde. Behalve allerlei artefacten worden zelfs fossiele stukjes mensenschedel gevonden. Isotopenonderzoek van het oude DNA wijst op een zoetwaterdieet van de latere Doggerlandmensen! Voor archeologen is Doggerland een “a-contextuele” bestemming: je kunt het niet zien! Toch is het juist een uitdaging om in situ locaties te bestuderen, met elkaar in verband te brengen en zo een paleolandschap te reconstrueren en het gedrag van de vroege bewoners beter te begrijpen. Zo duidde de vondst van een vuistbijl van Wommersomkwartsiet (uit centraal-België) op een grotere mobiliteit van de Neanderthalers dan eerder werd aangenomen. Doggerland lijkt een ‘gebied’ waarin archeologie en geologie perfect samenkomen. Wie wil verdrinken gaat naar het RMO te Leiden, vóór 31 oktober, of leest het boek.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Gea (juni 2021).
Foto rechts: Vuurstenen werktuig met berkenpek. © RMO